| Notities persoon | Zoals blijkt uit Akte, den 18den juli 1879, voor den Notaris Antonie Engelbert Rouffaer, te Amsterdam verleden, is de Vennootschap onder firma J.J.Geradts & Co, tot het drijven van handel in Brandstoffen en Werkhout, bestaand hebben te Amsterdam, tussen de heer Johannes Jacobus Geradts, Bernardus Antonius Geradts en Pieter Hendrik van der Togt, allen kooplieden te Amsterdam, aangegaan bij Akte den 8sten augustus 1877, voor den Notaris mr.W.S.J.van Waterschoot van der Gracht verleden, ontbonden. De liquidatie der nog lopende zaken zal geschieden door den heer Johannes Jacobus Geradts, die alleen uitsluitend het recht zal hebben daartoe de firma te blijven tekenen onder bijvoeging der woord ’in liquidatie’, terwijl hij tevens na afloop dier liquidatie zal gerechtigd zijn desverkiezende de zaken der ontbonden Vennootschap onder dezelfde firma J.J.Geradts & Co voor eigen rekening en risico, hetzij alleen, hetzij in Vennootschap met anderen voort te zetten. Waarvan aankondiging ingevolge de Wet. Van Waterschoot van der Gracht, notaris. [Bron: Advertentie 32464]
FAILLISSEMENT.
Bij vonnis der Arrondissementsrechtbank te Amsterdam, Derde Kamer, van den Eenentwintigste. Mei 1800 negentig, is BERNARDUS ANTONIUS GERADTS, Houthandelaar, wonende te Amsterdam, Nes n°. 110, verklaard te zijn in staat van Faillissement, met bepaling van den aanvang van hetzelve op den Zeventienden mei bevorens, niet benoeming van den Edelachtbare Heer Jhr. Mr. H.N. TEDING VAN BERKHOUT, Lid van gemelde Rechtbank, tot Rechter-commissaris en van Mr. W.H.K. MOUTHAAN, Advocaat-Procureur te Amsterdam, tot Curator.
Tevens worden de Schuldeisers opgeroepen om te verschijnen op de eerste bijeenkomst ter verificatie hunner schuldvorderingen, welke zal gehouden worden op maandag den Zestienden juni Achttienhonderd Negentig, des Voormiddags te tien uur, in het lokaal van een der Kamers van de Arrondissementsrechtbank te Amsterdam, aan de Prinsengracht bij de Leidschegracht aldaar, terwijl de Schuldeisers worden verzocht de bewijzen hunner schuldvorderingen minstens acht dagen vóór dien dag franco in te leveren ten kantore van den ondergetekende, Keizersgracht n°. 428
De Curator in voornoemd faillissement. Mr. H.K. MOUTHAAN,
Amsterdam, 23 mei 1890.
Het faillissementsrekest is ingediend door G.A.Hirschoff, koopman te Altona, en de handelsvennootschap H.Flickwier & Co, kooplieden te Hamburg, vanwege op 15 januari 1890 en 30 januari 1890 getrokken wissels elk groot 500 gulden op B.A.Geradts, houthandelaar te Amsterdam, welke wissels ondanks deurwaardersexploot onbetaald zijn gebleven en minnelijke regeling niet acceptabel was.
B.A.Geradts is niet voor de Rechtbank verschenen.
Op 1 juli 1890 werd de tweede verificatievergadering gehouden en op 13 augustus de derde, waarna werd beraadslaagd en gestemd over het door de Weledelgestrenge Heren Mr. E.van Lier en J.C.Boas aangeboden akkoord. Op 3 oktober 1890 stelde de Rechtbank sprak de Homologatie [de officiële bekrachtiging en goedkeuring van het akkoord] uit en werd aan de schuldeisers 22% van hun vordering toegekend.
De omvang der vorderingen noch de verdeellijst komen in de Rechtbankstukken voor. | | Notities geboorte | Advertentie: Heden verloste zeer voorspoedig van een welgeschapen zoon C.M.Ruitenaar, geliefde Echtgenoot van J.J.Geradts. Amsterdam, 27 april 1842. Strekkende deze als algemeene Kennisgeving. | | Notities overlijden | Die iets te vorderen hebben van-, verschuldigd zijn aan-, of onder hunne berusting mochten hebben betreffende de nalatenschap van den op 29 maart 1900 te Amsterdam overledenen Heer Bernardus Antonius Geradts, in leven koopman in fijne Houtwaren, gewoond hebbende te Amsterdam, Quelijnstraat 29, en kantoor hebbende gehouden te Amsterdam Nes 110, worden verzocht daarvan vóór of op 9 Mei 1900 opgave te doen ten kantore van Notaris A.C.Schwartz, Keizersgracht 252, te Amsterdam. [Bron: advertentie 9799]
Ter zake de nalatenschap van den Heer Bernardus Antonius Geradts, in leven koopman in fijne Houtwaren, gewoond hebbende te Amsterdam, Quelijnstraat 29, en aldaar op 29 maart 1900 overleden, ligt van af 15 augustus 1900 tot en met 12 september 1900 iederen werkdag van af 10 uur voormiddag tot 5 uur ’s namiddags, ten kantore van Notaris A.C.Schwartz, Keizersgracht 252, te Amsterdam, ter visie voor belanghebbenden, zullende, indien vóór het verstrijken van dien termijn geen verzet is gedaan, van af 13 september 1900 de uitbetaling geschieden, voor zooverre de gelden daarvoor aanwezig zijn. [Bron: Advertentie 21883] |
|